Christus is de deur
Er is geen andere
Een deur doet vooral denken aan de ingang van een huis of van een kamer. Geestelijk gezien denken veel gelovigen direct aan de Here Jezus, want een bekende uitspraak van Hem staat in Johannes 10: ‘Ik ben de Deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; …’ (vs. 9).
Wij hebben ook een geestelijke deur, namelijk die van ons hart. En de Bijbel spoort iedere christen aan om over de deur van hun (opnieuw geboren) hart te waken.
De deur van ons hart
Waken over de geestelijke deur van je hart gaat samen met het in bedwang houden van je tong (Psalm 141:3). Daaruit kunnen woorden van zegeningen en vervloekingen komen. Bij een christen hoort dit niet zo te zijn. Paulus beveelt ons namelijk: ‘Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, … (en). Zing voor de Heere met dank in uw hart’ (Kolossenzen 3:16). In zo’n christenhart is geen ruimte (meer) voor leugen en bitterheid. Het Woord der Waarheid woont rijkelijk in zijn hart. En de liefde van Christus dringt hem in alles. Zo staat er in Lukas 6: ‘Een goed mens brengt uit de goede schat zijns harten het goede voort en een slecht mens brengt uit de boze schat het boze voort. Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond’ (vs. 45).
Velen in de wereld hebben de deur van hun hart voor allerlei wereldse begeerten en verleidingen geopend. Maar het loon dat de zonde geeft is gebondenheid en de dood. Jezus Christus is gekomen om zondaren te redden en vrij te maken. Hij is de goede Herder. Wie zijn hart opent voor Hem zal Hij leven in overvloed geven. In Openbaring 3 lezen we: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij’ (vs. 20).
De deur als symbool voor oorsprong
De deur heeft in de Hebreeuwse symboliek ook de betekenis van “teruggaan tot de oorsprong”*. Bijzonder is dat Paulus van Christus getuigt: ‘Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping’ (Kolossenzen 1:15). Dit is een groot mysterie dat wij met ons menselijk verstand niet kunnen bevatten. Want Hij is geen schepsel, maar de Schepper (Johannes 1:3). De meest vooraanstaande Persoon van de gehele kosmos! Want alle dingen zijn om Hem en door Hem geschapen (Hebreeën 1:2). Alles in de hemelen en op de aarde hebben hun bestaan in Hem. In Kolossenzen 1 staat: ‘want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem (vs. 16-17).
De Eerstgeborene is het begin, de oorsprong, van de hele schepping (Openb. 3:14). De Erfgenaam van alle dingen. Christus zij geprezen tot in eeuwigheid!
Hij is de deur naar het Vaderhuis
Christus is de deur tot onze hemelse Vader. Door het kruis heeft Hij die onoverbrugbare kloof naar God hersteld. In Romeinen 3 lezen we: ‘Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus’ (vs. 23-24).
Christus is de Enige weg tot behoud. Hij is ook de Enige weg tot het hemels Vaderhuis. In Johannes 14 zegt de Here Jezus: ‘In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben. En waar Ik heenga, daarheen weet gij de weg (vs. 2-4).
Christus is de deur. Er is geen andere ingang tot de hemel!
De deur tot het verborgene van de hemel
In Openbaring 4 lezen we dat Johannes een geopende deur zag in de hemel. Het heeft een bedoeling, want door die deur moest hij de hemel binnengaan. De open deur staat hier symbool voor het ontsluieren van verborgen dingen van de hemel. Binnengekomen zag hij de hemelse gerichtstroon: God op de troon, de vier levende wezen en de vierentwintig oudsten.
In Johannes opklimming naar de hemel zien wij een prachtig zinnebeeld van de wegvoering van de gemeente naar boven. Eerst zag hij de gemeente op aarde (Openbaring 2 en 3). En daarna in de hemel, vertegenwoordigd door de vierentwintig oudsten en de hemelse heerscharen (4:4 en 19:14). De profeet Ezechiël zag ook de hemel geopend, toen hij van God visioenen te zien kreeg (Ezechiël 1:1). Johannes echter kreeg de opdracht om de geopende deur in de hemel binnen te gaan. Dit maakt het extra bijzonder, omdat hij getuige was van alles wat moet geschieden. Van die onthulling mocht de ziener getuige zijn. Zo zien wij dat profetie van tevoren geschreven geschiedenis is door God (2 Petrus 1:21).
Een geopende deur: bewaard voor Gods toorn
In Openbaring 3 is er ook een geopende deur, voor de gemeente van Filadelfia (vs. 8). De Here heeft hen een belofte gedaan: ‘Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen’ (vs. 10; vgl. 4:1). De ure der verzoeking is toekomstig en gaat over de grote verdrukking en de toorn van het Lam. Daar is de gemeente niet toe bestemd.
In deze geopende deur mogen wij mijns inziens weer een prachtige heenwijzing zien van de beloofde wegvoering van de gelovigen. Bewaard voor het komende oordeel van God. Paulus zegt van deze hoop en verwachting: ‘en uit de hemelen Zijn Zoon te verwachten, Die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus, Die ons verlost van de komende toorn’ (1 Tessalonicenzen 1:10).
Een deur heeft in Gods Woord ook een symbolische betekenis van toevlucht, waarachter je kunt schuilen voor gevaar. Noach bijvoorbeeld moest een ark bouwen. Hij en zijn familie mochten daarin schuilen tijdens de zondvloed. Nadat alles klaar was en in veiligheid werd gebracht sloot de Here God de deur van de ark (Genesis 7:13-16). De ark (en haar deur) is ook een prachtig beeld van Christus. Want wij zijn met Hem verborgen in God.
Gods Woord geeft ons hoop en geeft antwoord. Christus is de deur tot behoud. Hij is de enige deur tot het eeuwige leven. Er is geen andere!
Br. Jeep van der Schoot
*Huib Verweij: “De terugkeer van Jezus Christus”, blz. 75.